B1. Opa en oma, vertel eens...


Hoe leefden jouw grootouders of overgrootouders vroeger? Hoe zag de wereld er in de vorige eeuw uit in de jaren ’50, jaren ’60 uit?
Denk aan: gebeurtenissen in die tijd, regels op school, activiteiten met vrienden, telefoon, televisies, snoepjes van toen, seks etc. En ook het verkeer was anders, het werk, de communicatie.
Product:
Maak een fotoboek met situaties, mensen en spullen uit die tijd.
Denk aan`; bronnen (oude fotoalbums, opa’s, oma’s, andere oudere mensen uit je woonplaats). En ook aan vormgeving van het boek, Fried liet jullie zijn fotoalbum zien, zijn foto’s waren zwart/wit
Aan het einde van deze periode:
- Heb je een volledig ingevuld stappenplan en een GO!
- Heb je minimaal (ieder) 1 interview gehouden met iemand die de jaren ’50-’60 bewust heeft meegemaakt.
- Heb jij je verdiept in het dagelijkse leven tijdens de jaren ‘50-‘60. (wonen, eten, werken, gebruiksvoorwerpen, onderwijs, kleding, omgeving, jongeren, cultuur, opvoeding, oorlog en vrede)
- Kun jij vertellen wat de jaren ’50-’60 zo bijzonder maakten. (Ook toen ontstond er een soort nieuwe normaal)
- Heb je jouw mening gevormd over het leven in de jaren ’50-‘60. Zou je in die tijd hebben willen leven? Waarom wel of niet?
- Heb je een goed informatieboekje (= gedeeld document) met voorkant, inhoudsopgave, logische volgorde, heel veel plaatjes, eigen mening en begrippenlijst.
- Heb je een product waarin je laat zien wat je over de jaren ’50-‘60 hebt geleerd.